In draf en grote passen liep ze the hills op om daar te grazen. Ze was nog steeds opzoek naar een kudde maar ze had het tot nu toe goed genoeg om alleen te zijn,behalve dat de fun van hengsten versieren er nu niet bij zat. Even haalde de merrie haar schouders op en draafde verder. De spieren onder haar vacht waren zichtbaar geworden door de kracht die ze bij elke stap zette om naar boven te komen. Haar hals was naar voor gerekt en haar ogen waren tot spleetjes geknepen. 'Nog even volhouden',mompelde ze tegen zichzelf. Zodra ze op de hills was begon ze even te grazen waarna ze van het uitzicht genoot. Alleen is maar alleen dacht ze even maar schudde die gedachten weg. Haar bruine ogen stonden oplettend net als haar witte oren die ze naar elke kant bewoog voor eventuele gevaren. De zon strekte zich verder uit en ze wierp even een blik op die kant om vervolgens haar neus tegen de grond te drukken met een zachte bries.